De regels voor het rokeren zijn terug te vinden in de FIDE-Regels voor het schaakspel:

Bekijk/Download FIDE-Regels voor het Schaakspel (paragraaf 3.8).

Samengevat:

Het recht op rokeren is definief opgeheven:

• als een zet gedaan is met de Koning
• als een zet gedaan is met de Toren

Het recht op rokeren is tijdelijk opgeheven:

• als de koning schaak staat
• als de velden waar de koning overheen gaat aangevallen zijn
• als de velden tussen de koning en de toren nog bezet zijn door andere stukken

Je mag dus wel rokeren als alle 3 bovengenoemde punten niet meer van toepassing zijn.

• als je ooit schaak gestaan hebt, is dat geen reden om later niet meer te mogen rokeren.
• je mag wel kort rokeren als veld h1 (wit) of h8 (zwart) aangevallen zijn door een vijandig stuk.
• je mag wel lang rokeren als veld a1 - b1 (wit) of a8 - b8 (zwart) aangevallen zijn door een vijandig stuk.
• je mag niet kort rokeren als veld e1 (schaak) - f1 - g1 (wit) of e8 (schaak) - f8 - g8 (zwart) aangevallen zijn door een vijandig stuk.
• je mag niet lang rokeren als veld e1 (schaak) - d1 - c1 (wit) of e8 (schaak) - d8 - c8 (zwart) aangevallen zijn door een vijandig stuk.